Driekwart van de Nederlanders van 12 jaar of ouder maakt gebruik van slimme apparaten, meldt het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). En dat is wanneer we de ‘slimme telefoon’ en de nieuwe auto op de oprit niet meerekenen; dan zou het percentage nog veel hoger liggen.
De definitie die het CBS hanteert is een apparaat dat verbonden is met internet en gegevens uitwisselt. Kortom, apparaten die onderdeel zijn van ‘Internet of Things’. (IoT). Vooral slimme meters voor water, gas of stroom worden veel gebruikt. Dat blijkt uit het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen 2020’, dat onder 6,5 duizend mensen van 12 jaar of ouder gehouden is van april tot juli 2020.
Bijna driekwart (72 procent) van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder gaf aan in 2020 een slim apparaat of systeem in huis te hebben. 59 procent had een slimme water-, gas- of elektriciteitsmeter thuis die je op afstand kunt aflezen. Ruim een kwart gebruikte een slimme thermostaat en twee op de tien een virtuele assistent (zoals Siri, Google Home, Amazon Alexa, Bixby) die via een app of smart speaker te bedienen is.
Slimme stekkers, verlichting en robotzuigers
Verlichting, slimme stekkers of andere systemen voor slim wonen en rookmelders, beveiligingscamera’s of andere veiligheidssystemen zijn nog iets minder gangbaar; respectievelijk 14 en 11 procent gaf aan zulke systemen thuis te gebruiken. 6 procent had thuis huishoudelijke apparaten, zoals een robotstofzuiger, koelkast of koffiezetapparaat die met internet zijn verbonden.
Slimme apparaten liever niet?
Sommigen beschouwen het internet der dingen als een technische stap vooruit, maar sommige mensen twijfelen nog. Van mensen die zeggen geen slimme apparaten of systemen binnen te laten, zegt 77 procent er geen behoefte aan te hebben. De prijs en zorgen over de privacy en beveiliging worden door 25 procent van de mensen genoemd. Minder vaak, maar ook als duidelijke reden is de onbekendheid met slimme apparaten en ecosystemen. En daar brengen wij natuurlijk graag verandering in.
